Via de website van de Verenigde Naties:
unric.org/nl/israel-heeft-genocide-gepleegd-in-gaza/
16 september 2025 | Israël heeft een genocide gepleegd tegen de Palestijnen in de Gazastrook, zo oordeelt de Onafhankelijke Internationale Onderzoekscommissie van de VN voor de bezette Palestijnse gebieden, inclusief Oost-Jeruzalem, en Israël in een nieuw rapport dat gisteren werd gepubliceerd. De Commissie roept Israël en alle staten op hun juridische verplichtingen krachtens het internationaal recht na te komen om een einde te maken aan de genocide en de verantwoordelijken te bestraffen.
De afgelopen twee jaar onderzocht de Commissie de gebeurtenissen die op en sinds 7 oktober 2023 plaatsvonden. Daarbij kwam ze tot het besluit dat de Israëlische autoriteiten en veiligheidsdiensten zich schuldig maakten aan vier van de vijf genocidale handelingen zoals gedefinieerd in het Verdrag van 1948 inzake de Voorkoming en Bestraffing van Genocide, namelijk het doden, het toebrengen van ernstig lichamelijk of geestelijk letsel, het opzettelijk opleggen van levensomstandigheden gericht op de gehele of gedeeltelijke vernietiging van de Palestijnen, en het opleggen van maatregelen die bedoeld zijn om geboortes te voorkomen.
Uit expliciete verklaringen van Israëlische civiele en militaire autoriteiten en het gedragspatroon van Israëlische veiligheidstroepen blijkt dat de genocidale handelingen werden uitgevoerd met de intentie om de Palestijnen in de Gazastrook als groep geheel of gedeeltelijk te vernietigen.
“De Commissie stelt vast dat Israël zich schuldig maakt aan het plegen van genocide in Gaza”, aldus Navi Pillay, voorzitter van de Commissie. “Het is duidelijk dat er sprake is van een intentie om de Palestijnen in Gaza te vernietigen met handelingen die aan de criteria van het Genocideverdrag beantwoorden.”
“De verantwoordelijkheid voor deze gruweldaden ligt bij de hoogste Israëlische autoriteiten, die al bijna twee jaar een genocidale campagne voeren met de specifieke intentie om de Palestijnse bevolkingsgroep in Gaza te vernietigen”, zei Pillay. “Daarnaast concludeert de Commissie dat Israël verzuimt genocide te voorkomen en te bestraffen, door na te laten genocidale daden te onderzoeken en de vermeende daders te vervolgen.”
Het rapport baseert zich op alle voorafgaande onderzoeken van de Commissie, inclusief feitelijke en juridische bevindingen over de Israëlische aanvallen in Gaza, en de houding en uitspraken van Israëlische autoriteiten tussen 7 oktober 2023 en 31 juli 2025. De bevindingen van de Commissie vormen het resultaat van uitvoerig onderzoek naar zowel de onderliggende genocidale handelingen (actus reus) als de genocidale intentie (dolus specialis).
Om de genocidale handelingen vast te stellen, onderzocht de Commissie de Israëlische militaire operaties in Gaza, waaronder het doden en ernstig verwonden van een ongezien aantal Palestijnen; het opleggen van een volledige blokkade, inclusief de verhindering van toegang tot humanitaire hulp met hongersnood tot gevolg; de systematische vernietiging van zorg- en onderwijsvoorzieningen in Gaza; het plegen van systematische seksueel en gendergerelateerd geweld; het doelgericht aanvallen van kinderen; het uitvoeren van systematische en grootschalige aanvallen op religieuze en culturele sites; en het naast zich neerleggen van de bevelen van het Internationaal Gerechtshof.
Om de genocidale intentie vast te stellen, paste de Commissie de standaard van de “enige redelijke conclusie” toe, zoals geformuleerd door het Internationaal Gerechtshof in de zaak Bosnië tegen Servië. De Commissie analyseerde verklaringen van Israëlische autoriteiten en concludeerde dat die direct bewijs vormen voor genocidale intentie. Daarnaast onderzocht de Commissie ook het gedragspatroon van de Israëlische autoriteiten en veiligheidstroepen in Gaza, waaronder het opleggen van hongersnood en mensonwaardige levensomstandigheden voor Palestijnen in Gaza. De Commissie besloot dat genocidale intentie de “enige redelijke conclusie” is die uit de aard van hun operaties kan worden afgeleid.
“Israël heeft de voorlopige maatregelen van het Internationaal Gerechtshof en de waarschuwingen van lidstaten, VN-organen, mensenrechtenorganisaties en maatschappelijke groeperingen flagrant genegeerd en ging verder met de vernietigingsstrategie van de Palestijnen in Gaza”, zei Pillay. “De Commissie stelt vast dat de Israëlische autoriteiten niet van plan waren hun koers te wijzigen. Integendeel, de Israëlische autoriteiten houden hun genocidale campagne in Gaza nu al bijna twee jaar vol. Israël moet onmiddellijk een einde maken aan de genocide in Gaza en de voorlopige maatregelen van het Internationaal Gerechtshof volledig naleven”, voegde ze toe.
De handelingen van Israëlische politieke en militaire leiders zijn toerekenbaar aan de staat Israël. De Commissie concludeerde daarom dat de staat Israël verantwoordelijk is voor het niet voorkomen van genocide, voor het plegen van genocide en voor het niet bestraffen van de daders van genocide tegen de Palestijnen in de Gazastrook.
De Commissie besloot ook dat de Israëlische president Isaac Herzog, premier Benjamin Netanyahu en de toenmalige minister van Defensie Yoav Gallant, zich schuldig maakten aan aanzetting tot genocide en dat de Israëlische autoriteiten hebben nagelaten tegen hen op te treden en die oproepen te bestraffen. De Commissie heeft de verklaringen van andere Israëlische politieke en militaire leiders nog niet volledig beoordeeld en is van mening dat ook zij moeten worden onderzocht om vast te stellen of zij oproepen tot genocide.
De Commissie roept de Israëlische regering op onmiddellijk te voldoen aan haar internationale juridische verplichtingen, waaronder het einde van de genocide in de Gazastrook en de volledige implementatie van de voorlopige maatregelen van het Internationaal Gerechtshof.
Israël moet een einde maken aan zijn uithongeringsbeleid, de blokkade opheffen en de ongehinderde, grootschalige toegang tot humanitaire hulp faciliteren en waarborgen, en de onbelemmerde toegang voor VN-personeel, waaronder het internationaal personeel van UNRWA en OHCHR, en voor alle erkende internationale humanitaire organisaties die hulp verlenen en coördineren. De Commissie roept Israël op de activiteiten van de Gaza Humanitarian Foundation onmiddellijk te beëindigen.
De Commissie raadt lidstaten aan de levering van wapens en ander materieel, dat kan worden gebruikt om genocidale daden te plegen, aan Israël stop te zetten; ervoor te zorgen dat personen en ondernemingen op hun grondgebied en binnen hun jurisdictie niet betrokken zijn bij het verlenen van hulp en bijstand bij het plegen van of aanzetten tot genocide; en verantwoordelijkheid af te dwingen aan de hand van onderzoeken en gerechtelijke procedures tegen individuen en ondernemingen die direct of indirect bij de genocide betrokken zijn.
“De internationale gemeenschap kan niet langer zwijgen over de genocidale campagne die Israël tegen het Palestijnse volk in Gaza voert. Wanneer er duidelijke aanwijzingen en bewijzen van genocide voorhanden zijn, staat het uitblijven van actie om de genocide te stoppen gelijk aan medeplichtigheid”, aldus Pillay. “Elke dag zonder actie kost mensenlevens en ondermijnt de geloofwaardigheid van de internationale gemeenschap. Elke staat draagt de juridische verplichting alle beschikbare middelen in te zetten om de genocide in Gaza te stoppen”, voegde ze eraan toe.
Lees hier het volledige rapport.
Achtergrond
De Onafhankelijke Internationale Onderzoekscommissie van de VN inzake het Bezette Palestijnse Gebied, met inbegrip van Oost-Jeruzalem, en Israël werd op 27 mei 2021 in het leven geroepen door de VN-Mensenrechtenraad om “in het Bezette Palestijnse Gebied, met inbegrip van Oost-Jeruzalem, en in Israël alle vermeende schendingen van het internationaal humanitair recht en alle vermeende schendingen en misbruiken van internationale mensenrechten te onderzoeken die tot en sinds 13 april 2021 plaatsvonden.” Resolutie A/HRC/RES/S-30/1 verzocht de onderzoekscommissie bovendien om “alle onderliggende oorzaken van terugkerende spanningen, instabiliteit en het voortduren van het conflict te onderzoeken, waaronder systematische discriminatie en onderdrukking op basis van nationale, etnische, raciale of religieuze identiteit.”